Laatste ronde: Mexico 1964
‘Heiligschennis!’ Zo worden tegenwoordig met regelmaat de dubieuze acties van de erfgenamen van Enzo Ferrari betiteld. Terwijl die voor de Commendatore business as usual waren.
Bij leven was hij al een mythe. Maar na zijn dood in 1988 groeide Enzo Ferrari snel uit tot het boegbeeld van de ‘oude’ Formule 1, het symbool voor alles wat goed was aan de autosport van vroeger. Zowel verstokte tifosi als bittere Ferrari-critici halen vandaag de dag de heilige persona van Enzo Ferrari aan in hun veroordeling van de hedendaagse F1-wereld en de wandaden van bepaalde teams en coureurs in het bijzonder. “De Oude Man zou zich in z’n graf omdraaien!” Als ze de echte meneer Ferrari maar hadden meegemaakt.
De ware Ferrari was allesbehalve mythisch, eerder een operettefiguur. In geen ander jaar van zijn veelbewogen leven komt dat beter tot uitdrukking dan in 1964. Het F1-seizoen is een three-horse race tussen het steigerende exemplaar van ‘Fearless’ John Surtees, de andere paarden zijn van BRM (met Graham Hill, kampioen van 1962) en Lotus (met Jim Clark, regerend kampioen). De apotheose vindt plaats in Mexico, maar Ferrari is er bijna niet bij. Als we tenminste het theater van de baas mogen geloven. Zoals altijd vindt Ferrari dat zijn renstal gelijker is dan andere renstallen – hij is immers een ‘grote constructeur’. Zo is hij in een hoog oplopende ruzie met de FIA en de ACI verzeild geraakt over de homologatie van zijn Le Mans-auto’s 250LM en 275LM. Volgens Ferrari evoluties van de 250 GTO, volgens de bobo’s nieuwe ontwerpen, die daarom opnieuw moeten worden gehomologeerd voor de GT-klasse. Verbolgen over het gebrek aan nationale steun levert Ferrari zijn racelicentie in bij de Italiaanse bond en zweert hij nooit meer op Italiaanse bodem te racen. Eén probleem: er is nog een WK te winnen. Hoe doe je dat zonder licentie? Ferrari komt met een creatieve oplossing. Via zijn Amerikaanse importeur Luigi Chinetti laat hij zijn auto’s doodleuk in de blauwwitte kleuren van het North American Racing Team opdraven, eerst op Watkins Glen, drie weken later in Mexico City. Dreigen met opstappen is niet alleen in 2009 voldoende: uiteraard krijgt Enzo Ferrari ook in 1964 zijn zin en zijn plechtige eed is hij snel vergeten.
De beste zes resultaten van het seizoen tellen en kampioenschapsleider Hill heeft al zes keer gescoord, dus de titelkandidaten slaan in Mexico aan het rekenen. We kunnen moeilijk doen over alle mogelijke permutaties, maar de opdrachten zijn duidelijk: Jimmy Clark moet winnen, John Surtees moet minstens tweede worden, Graham Hill minimaal derde. Outsider Clark laat in de trainingen meteen weten wat zijn bedoelingen zijn: hij pakt royaal de pole. Gurney’s Brabham vergezelt hem op de eerste rij, gevolgd door de Ferrari’s van Surtees en Lorenzo Bandini. De BRM van Hill start als zesde. Clark schiet weg bij de start, zich bewust van zijn taak, maar Hill zit meteen in de penarie: het elastiek van zijn vizier knapt vlak voor de start en ook Surtees valt ver terug met een akelige misfire. Maar al snel loopt de Ferrari-motor weer als vanouds en samen met Hill begint de ex-motorcoureur aan een imposante opmars. Na tien ronden ligt Graham alweer op de gewenste derde stek, John vecht om de vijfde plaats met Brabham. Hills derde plaats is echter niet onbedreigd: Bandini trapt hem op de hielen, soms bijna letterlijk. De normaal zo laconieke Brit zwaait in de haarspeldbocht zijn vuist naar de jonge Italiaan, maar in de 31e ronde gebeurt het onvermijdelijke: de auto’s raken elkaar en tollen van de baan af. Surtees, inmiddels Brabham voorbij, glipt erlangs en pakt de derde plaats, maar Bandini kan snel weer verder en heeft met zijn snellere V8 de V12 van zijn teamgenoot binnen drie ronden weer ingehaald. Hill heeft minder geluk: de uitlaatpijpen van zijn BRM zijn tijdens de touché beschadigd. Graham moet naar de pits om de uiteinden – en daarmee zijn titelaspiraties – te laten kortwieken. Vooraan rijdt Clark nog altijd sereen aan de leiding, met 20 seconden voorsprong op Gurney. Bandini en Surtees volgen op respectabele afstand. ‘Big John’ weet dat hij verslagen is. Wat hij niet weet: de Lotus laat al rondenlang een oliespoor achter, de Schot heeft zijn tempo drastisch verlaagd om de streep te halen. In de allerlaatste ronde voltrekt zich het drama: de drooggelopen Climax slaat muurvast. Van titel naar niets in luttele meters. Opeens liggen Bandini en Surtees tweede en derde. Op de pitmuur bij Ferrari maken ze Lorenzo met wilde handgebaren duidelijk dat hij de nummer één van het team moet voorbijlaten. Geen radio in die tijden… Het worden twee angstige minuten: heeft de Italiaan het begrepen? Misschien is het ook wel logisch, gezien zijn actie in de 31e ronde, dat Bandini ook in de laatste omloop de ultieme teamspeler is. John Surtees komt inderdaad vóór Bandini over de finish, precies op de tweede plaats die hij nodig heeft, en wordt daarmee de eerste wereldkampioen op zowel twee als vier wielen.
Teamorders, de tweede rijder ‘gebruiken’ in de strijd, het machtswoord inzetten: die tactieken zijn niet het primaat van het Ferrari van Schumacher. De originele Scuderia kon er ook wat van. Alleen schreeuwt men nu moord en brand, toen hoorde het erbij. In Life at the Limit blikt Graham Hill vijf jaar later terug op die controversiële race in Mexico. “Lorenzo deed ’t vast niet met opzet, maar zijn inhaalpoging was wel tamelijk wanhopig.” Een edelmoedig verliezer.
Oorspronkelijk geplaatst in RTL GP Magazine.