Weer beste maatjes
Al is de waarheid nog zo snel, de spin doctors achterhalen hem wel. Zo ook in de nasleep van de GP van Turkije, waar de teamgenoten van Red Bull en McLaren vochten om elk vierkante centimeter asfalt. Voor Red Bull liep het faliekant verkeerd af, McLaren haalde opgelucht adem. Bij McLaren ging meteen de pr-saus eroverheen, maar bij Red Bull liepen meteen na afloop van het koningsdrama de meningen nog uiteen. Wie moeten we nu geloven, riepen fans en media. En dus tuigde het anders zo subversieve Red Bull Racing alsnog een toneelstukje op, dat moest laten zien dat Seb en Mark toch echt weer de beste maatjes zijn. Tja.
Jong, speels en rebels. Dat is het beeld dat Red Bull Racing graag van zichzelf presenteert. Geen pr-babbels, maar eerlijk zeggen wat je op je lever hebt. Wie het tweewekelijkse paddockkrantje Red Bulletin doorbladert, kan niet anders dan (hardop) grinniken om de luchtig spottende toon waarmee de opgeblazen ego’s in het rennerskwartier worden doorgeprikt. In de strakgetrokken wereld van de Formule 1 is die oneerbiedigheid een ware verademing.
Toch is er altijd een grens aan wat je ongecensureerd de wereld in kunt slingeren, zeker als het over jezelf gaat in plaats van een ander. Die grens werd afgelopen zondag bereikt, na afloop van de GP van Turkije, de race waarin teamgenoten Mark Webber en Sebastian Vettel elkaar in de 41e ronde van de baan reden. Ieder teamlid zei na afloop spontaan wat hem op de lever lag, niet alleen de twee coureurs, maar ook Red Bulls talentenbaas Helmut Marko. Toen Webber, die de race nog kon uitrijden, in de persconferentie zijn aanvaring met Vettel beschreef als een ‘f*&#ing disaster’, dachten de marketeers van Red Bull daarom waarschijnlijk als eerste aan een pr-disaster en niet aan een sportieve of morele catastrofe.
Alleen teambaas Christian Horner – die als enige wist hoe de vork echt in de steel zat – aarzelde met het vrijgeven van informatie, omdat hij vanaf het begin wist hoe pikant die was. Schoorvoetend kwam hij uiteindelijk met het ene na het andere feit naar buiten. Dat Webber vanaf de 39e ronde brandstof moest sparen. Dat Vettel in tegenstelling tot Webber zijn vermogen niet had hoeven terugschroeven. Dat Webber daar niet over was gewaarschuwd. Het voedde alleen maar de speculaties bij talloze fans en diverse media, die meteen na de carambole tussen de twee teamgenoten over elkaar heen buitelden in hun emotionele reacties.
Vrolijkheid voor de bühne
Een paar dagen later, toen Horner rustig met journalist Adam Cooper om tafel kon zitten, besloot de teambaas de traditie van zijn team trouw te blijven en open kaart te spelen. Er kwamen opmerkelijke onthullingen. Zo vertelde hij dat Mark Webber vlak voor het ongeluk aan het team had gevraagd of Vettel niet zo wilde aandringen, met andere woorden, of de bestaande één-twee kon worden gehandhaafd. Verder bleek dat Vettel de hele race op zijn optimale brandstofafstelling had kunnen afmaken en niet nog maar één rondje overhad. Omdat Red Bull toen nog niet wist dat McLaren later ook met een tekort aan brandstof zou kampen, had Vettel op dat moment kortom de beste papieren in handen om de zege voor Red Bull veilig te stellen.
Die feiten pasten veel beter bij de rationele analyse die meer mensen vanaf het begin hadden moeten maken. Webber was toch niet helemaal de stoere held die zelf z’n boontjes wel dopte. Vettel kwam eruit naar voren als iemand die zijn geduld niet kon bewaren. Maar vooral maakte het duidelijk dat Red Bull de positiewisseling veel beter had moeten regisseren.
In plaats daarvan bleven de meeste fans volharden in hun al dan niet door (onbewust) chauvinisme ingegeven stellingen. “Als Horner nu weer andere dingen zegt dan zondag, moeten we hem dan wel geloven?” En nog opmerkelijker: “Red Bull heeft een paar professionele spin doctors nodig, en snel een beetje!”
En dus moest er alsnog een toneelstukje aan te pas komen om aan de buitenwereld duidelijk te maken dat alles vergeven en vergeten was. Seb en Mark werden loltrappend in een fotostudio gezet, terwijl Horner nog de dag ervoor tegen Cooper had gezegd dat de twee waarschijnlijk niet gauw samen een kop koffie zouden gaan drinken. Is dat de geloofwaardigheid waar de fans zo om zitten te springen?
F1-fans zijn rare wezens
Maar wat willen we dan? Moet het dan zoals McLaren de zaak aanpakte? Daar riekte het duel tussen Hamilton en Button verdacht veel naar Imola ’82. Toen negeerde Didier Pironi, tot grote woede van Gilles Villeneuve, de teamorders van Ferrari. De Canadees, die zijn tempo had geminderd om de auto veilig naar de streep te brengen, werd toen vlak voor de finish ingehaald door Pironi, die vond dat ze nog aan het racen waren. Blijkbaar vond Jenson Button afgelopen zondag hetzelfde, want hij ging het duel aan met Hamilton op het moment dat die van zijn team had gehoord dat ze brandstof moesten sparen en dat die opdracht voor beide auto’s gold. Hoe duidelijk wil je, in een tijd dat teamorders verboden zijn, een teamorder hebben?
Hamilton vocht na de actie van Button terug, waarbij de twee McLarens wheelbangend de eerste bocht indoken. Het had bijna verkeerd kunnen aflopen. Het voorval tussen Webber en Vettel kwam voor McLaren daardoor als een godsgeschenk. Hoewel Lewis op het podium een stuk minder blij keek dan anders, kwam McLaren meteen met de mededeling dat hún coureurs tenminste wel met elkaar konden strijden zonder elkaar van de baan te rammen.
Vandaag spelen de twee McLaren-coureurs op hun eigen site nog eens mooi weer. “Het was een heerlijk gevoel om wiel aan wiel te strijden met mijn teamgenoot. En een bonus om die strijd dan ook nog te winnen”, aldus Hamilton. Button prees intussen omstandig zijn team. “Ik heb nog nooit in een team gezeten met zoveel racehonger. Het is geweldig om daar deel van uit te maken.”
F1-fans zijn rare wezens. Ze schreeuwen moord en brand als het bijtanken wordt afgeschaft, terwijl ze kort daarvoor nog verontwaardigd waren over het feit dat auto’s elkaar alleen maar via pitstops inhalen. Ze roepen om coureurs met ‘karakter’, maar vinden dat een coureur ‘meer volwassenheid’ moet tonen als die zijn emoties laat zien. En ze hekelen de pr-babbel van de teams, maar vinden het ‘onprofessioneel’ als die een keer zeggen wat ze ervan vinden.
Hoe kan de sport er ‘in de eerste plaats voor de fans’ zijn als de fans niet weten wat ze willen? Of is dat gewoon de menselijke aard? Vervang ‘sport’ door ‘politiek’ en ‘fans’ door ‘de burger’ en je zou haast denken van wel.
Oorspronkelijk geplaatst op Driving-fun.com.