Fabrieksteams en gelukszoekers
De 56 auto’s die in juni van start mogen gaan in de 24 uur van Le Mans zijn bekend. Organisator ACO deed de deelnemers vanochtend één voor één uit de doeken tijdens een online-persconferentie. Het is net als vorig jaar weer een veld van topklasse en grote variatie, van fabrieksteams tot gelukszoekers. We lopen met zevenmijlslaarzen door de startlijst.
Le Mans wordt ook in 2011 weer in vier klassen verreden, maar wel met grote veranderingen. LMP1 en LMP2 zijn niet hetzelfde als vorig jaar, terwijl de onderverdeling tussen de GT’s heel anders is dan in 2010.
LMP1: iedereen maakt kans
In de LMP1 – de snelste prototypecategorie – zien we een zeer uiteenlopend startveld. Niemand twijfelt eraan dat het uiteindelijk toch weer neerkomt op een strijd tussen de diesels van Audi en Peugeot, maar de ACO heeft voor 2011 echte gelijkwaardigheid belooft. Overal moest de cilinderinhoud naar beneden, maar de benzineturbo’s van Aston Martin (trouwens AMR-ONE gedoopt), de hybride van Hope PoleVision en de V8’en van Rebellion, OAK en Pescarolo moeten ondanks hun kleinere budgetten in ieder geval kunnen meedoen. Ook Jeroen Bleekemolen dus, in een van de Lola’s van Rebellion.
Interessant is de toevoeging van Highcroft aan het LMP1-veld. De regerend ALMS-kampioenen maken een opstap naar de hoogste klasse en zouden best weleens voor een verrassing kunnen zorgen.
LMP2: Honda is favoriet
De babyproto’s van de LMP2 mogen dit jaar alleen nog met een productiemotor van start. Daarom zien we allemaal nieuwe krachtbronnen achter in de auto’s die eigenlijk voordelige varianten zijn van LMP1’s, speciaal ontworpen voor privéteams. Nissan is prominent aanwezig met zijn V8 uit het Super GT, terwijl de motor van Judd is gebaseerd op de 4.0 V8 van BMW. De favorieten komen echter uit de Honda-gelederen: de strijd om de klasseoverwinning gaat ongetwijfeld tussen RML en Strakka met hun HPD’s (ontwikkeld door Honda Performance Development, de racetak van Honda USA).
Het hele artikel lezen? Kijk verder op Driving-fun.com.