Test BMW 328i en 320d

BMW 328i

De nieuwe 3 Serie: Freude am Turbo

Toen de wolken waren weggetrokken voor de nieuwe 3 Serie, scheen de volle maan boven de puristen onder de BMW-liefhebbers. Terstond veranderden ze in huilende wolven. Hun geliefde atmosferische Reihensechser had plaatsgemaakt voor een vierpitter met turbo: exit 330i, welkom 328i. In de omgeving van Barcelona konden we de nieuwkomer op zijn rijplezier beoordelen. We kregen zelfs de kans om twéé geblazen viercilinders aan de tand te voelen, want ook de 320d stond paraat. Bestaat het, Freude am Turbo?

‘There is no substitute for cubic inches’, zeggen de Amerikanen. Of in een variant daarop: ‘When in doubt, bore it out.’ Machtige slogans, maar het levert doorgaans echte gas guzzlers op. Mooi in vervlogen tijden van voor de oliecrisis, maar in deze eeuw wil BMW het groenste jongetje van de klas zijn. Een zware opdracht, zeker als je tegelijk de best rijdende auto’s in hun klasse wilt (blijven) bouwen.

De 3 Serie van BMW is niet alleen generaties lang de spreekwoordelijke BMW, maar ook dé sportsedan van zijn klasse. De huidige E90 was al behoorlijk ultiem in dat streven, dus hoe ging BMW zijn 3 Serie nog beter maken als hij ook nog eco moet zijn? In de omgeving van Barcelona konden we twee dagen sturen met twee exponenten van de nieuwe 3 Serie: de 328i en de 320d. Samen met de 320d Efficient Dynamics en de 335i zijn dat de eerste varianten van de F30 die in februari 2012 in de showroom verschijnen. Allebei met viercilindermotoren, allebei met turbo.

Geen downsizing van buiten

Op het vliegveld aangekomen kunnen we meteen kiezen. Daar staan ze: de full-options 328i Sport Line in gloeiend rood en de gedistingeerde 320d Modern Line in mokkabruin. Na één blik op de bochtige parcoursen die BMW in de navi’s heeft voorgeprogrammeerd, gaan we voor de 328i – ook al omdat we onze nieuwsgierigheid toch al niet kunnen bedwingen. Want die 328i is alleen als belofte nog een 328i. Een atmosferische 2,8-liter zoek je er tevergeefs in, maar de gloednieuwe 2-liter-turbo moet je wel dat gevoel geven. De krachtbron is gebaseerd op het succesrecept uit de 335i, waarin de zes cilinders worden geholpen door de nieuwste turbotechniek van BMW. Dat idee hebben de Duitsers nu ook toegepast op een motor met twee cilinders minder.

Aan de buitenkant heeft BMW in ieder geval niet aan downsizing gedaan, zo valt op als we op onze 328i afstappen. De auto oogt net zo groot als een 5-serie van een vorige generatie, en dat klopt ook. In de lengte kwam er 9 cm bij, waarvan 5 cm in de wielbasis verdween. Een miniem deel zit in de kofferbakruimte (die met 20 liter groeide), de rest in de langere, scherp aflopende neus, die voor extra voetgangersveiligheid moet zorgen. Op persfoto’s komt die over als een druipneus, maar in drie dimensies moet je er echt naar op zoek. In real life oogt de F30 veel meer als evolutie van de E90.

Waar je niet naar hoeft te zoeken, is beenruimte achterin. De F30 is een taxi in vergelijking met de E90: jullie verslaggever van 1.93m kon comfortabel achter zichzelf plaatsnemen, terwijl hij in een E90 achterin opgevouwen zit. De nieuwe 3 Serie is daarmee een echte familieauto geworden. Ook de bestuurder heeft meer bewegingsruimte gekregen, vooral voor zijn rechterknie. Het hele interieur is sowieso geen straf: vooral de kunststoffen ogen rijker dan in de E90.

De rest van het testverslag lezen? Lees dan verder op Driving-fun.com.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.