Omgaan met geruchten

Geruchten zijn ook nieuws. Nieuws dat wordt gevroten. Dat merk ik in deze wintermaanden, nu ik voor Driving-fun.com (maar ook voor mijn eigen site 6th Gear) de stoelendans in de Formule 1 en andere takken van autosport volg. Maar hoe ga je als journalist om met alle verhalen uit de wandelgangen?

Het filosoferen over wie in welke auto gaat rijden in het nieuwe seizoen spreekt al sinds het ontstaan van de autosport tot de verbeelding, en daar help ik de fanaat graag bij. Zo moeilijk is dat trouwens niet. Als je hier en daar wat strategisch gekozen lijntjes hebt uitgezet, dan beschik je na een bepaalde tijd over een wijnrank vol roddels waar je dikke druiven van kunt plukken. Vooral teambazen zijn praatgraag over elkaar, zolang je hun anonimiteit maar waarborgt.

Het is anders ook zo saai: wachten totdat een team of een coureur met het officiële persbericht komt, waarna elke site op hetzelfde moment dezelfde zinnen uit hetzelfde persbericht kopieert, in een race om ‘de eerste’ te zijn. De eerste willen zijn is juist op dat moment een behoorlijk overschat fenomeen, maar daarover oordelen is een tikje hypocriet. Door te berichten over geruchten wil je in feite hetzelfde: eerder zijn dan de officiële bekendmaking. Liefst veel eerder. Zodat je kunt zeggen: zie je wel, wij zeiden ’t al. Lees ons, want bij ons hoor je het nieuws het eerst.

Er zit natuurlijk ook een schaduwzijde aan. Je bronnen kunnen ernaast zitten. Dan kun je je verdedigen door te zeggen dat je bronnen ernaast zaten, maar als je bronnen anoniem zijn, blijft er toch een bepaalde schijn hangen: dat je het allemaal uit je duim hebt gezogen. Het liefst plaats je daarom een gerucht dat uit de eerste of tweede hand afkomstig is.

Maar als ’t nou een heel heet gerucht is, van nieuws waar iedereen al weken op zit te wachten? Zo kregen we deze maandagavond te horen dat Bruno Senna voor Williams had getekend. Dat bleek de volgende ochtend te kloppen. Was ik er gisteren maar op ingesprongen, was mijn eerste gedachte, zoals ik een paar dagen geleden deed met een bericht over Jules Bianchi, die de testrijder van Force India wordt. Maar ik had mijn twijfels. Als een bron eerder de plank missloeg in een bepaald dossier, ben je minder gauw ertoe geneigd zijn nieuwste gerucht daarover meteen de wereld in te slingeren.

Verder zou de publicatie van een gerucht de onderhandelingskansen van een coureur kunnen verstoren of verbeteren. Onderhandelen via de media heet dat, en een goed geplaatst gerucht kan dienen als smeermiddel in het onderhandelingsproces of juist bij rivalen een stok tussen de spaken steken. Het heeft dus altijd zin om eventuele politieke beweegredenen van je bron in het achterhoofd te houden.

Daarnaast is het vraag hoe exclusief je gerucht is. De grote F1-sites wisten het nieuws over Senna natuurlijk allang. Zij krijgen het nieuws en alle foto’s op een eerder tijdstip onder embargo tot hun beschikking. Op het moment dat het team zijn persbericht uitstuurt, hoeven deze sites alleen maar op de publish-knop te drukken. Dankzij deze voorkeursbehandeling zijn ze dus altijd ‘de eerste’.

En om het nog erger te maken voor de geruchtenverspreider: is het publiceren van geruchten wel journalistiek? Aan hoor en wederhoor wordt niet gedaan, hoewel dat weinig zin heeft omdat de officiële bronnen (het team, de coureur) desgevraagd natuurlijk altijd zullen ontkennen. Je kunt hooguit je gerucht controleren bij andere bronnen, maar dat wil je ook weer niet te veel doen. Geruchten lopen als vuurtje en de vermoedens over de identiteit van de ‘verrader’ rennen daar net zo hard achteraan, zeker als je bij een handvol andere mensen uit hetzelfde kleine wereldje gaat checken. Juist de garantie van absolute anonimiteit verzekert je ervan dat je toegang blijft krijgen tot de wijnrank van sappige roddels.

Daar staat tegenover dat de embargodeals ook niet van veel journalistieke speurzin getuigen. Sterker nog, de grote sites beloven om geen misbruik van hun voorkennis te maken, in ruil voor een ‘primeur’. Hoe onafhankelijk ben je dan nog?

Kortom, wat voor journalist wil ik zijn? Eentje die af en toe uitglijdt over een bananenschil of zich voor een politiek karretje laat spannen? Of eentje die altijd correct is, maar braaf het pr-beleid van de teams volgt? Zoals wel vaker het geval is met morele dilemma’s, is de werkelijkheid minder zwart-wit. Als je principieel wilt zijn – wat ik vertaal als eerlijk tegenover mezelf en mijn medium – dan moet je elk geval afzonderlijk beoordelen en geen principiële keuze maken. En dan nog: some you win, some you lose. Waarom zou het in de journalistiek anders zijn dan in het leven?

Ook geplaatst op Driving-fun.com.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.