Goodwood Revival 2012: de sfeer

Auto Union, Goodwood Revival 2012

De demo’s en de dames

Dus de actie was ouderwets goed. Maar hoe zat het met de entourage? De demo’s, de dames, de cricket match, het gezwoeg in het paddock? Een sfeerimpressie van alle bijverschijnselen van de Goodwood Revival van 2012.

De Goodwood Revival was altijd een driedaags evenement, maar sinds dit jaar begint het officieel op donderdagmiddag. Dan wordt op het gazon voor Goodwood House een cricket match gehouden tussen coureurs, teambazen en media, afgesloten met een extreem lage fly-by van een vaardig bestuurde Spitfire. Iedereen die lid is van de Goodwood Road Racing Club mag het privéfeestje bijwonen, maar weinigen die ervan wisten. Je zorgde er maar voor dat je er op een of andere manier achterkwam. Daardoor behield het wedstrijdje een knusse sfeer.

Totdat de club besloot om de match openbaar bekend te maken in zijn nieuwsbrief. Opeens wisten zo’n tienduizend leden dit jaar waar ze op donderdagmiddag moesten zijn. Het gevolg: een grasveld vol Ford Mondeo’s en Skoda Octavia’s, gebroederlijk naast de kostbare Maserati’s, Aston Martins en Bentleys van de happy few. En omdat dat wel heel veel volk bij elkaar was, ontkwamen de organisatoren er niet aan om – heel Brits – toch weer een upstairs-downstairs-gevoel te creëren. De dranktent was voortaan alleen toegankelijk voor coureurs en hun gasten. Een rare gewaarwording voor clubleden om nu eens downstairs te moeten blijven. Het sfeertje op het luxere deel van de parkeerplaats was gelukkig even ongedwongen als altijd, dus het blijft een leuk opwarmertje voor het echte werk.

Lyceum en museum

Ondanks het feit dat de Revival een recordaantal van 146 duizend bezoekers trok – voor het eerst totaal uitverkocht – voelde het evenement zelf niet extreem veel drukker dan anders. Sterker nog, overal langs de baan was het zelfs makkelijker om een plaatsje te vinden dan in voorgaande jaren. Alleen rond het paddock zag het af en toe zwart van de mensen en de beide voetgangerstunnels onder het rechte stuk nodigden zo nu en dan uit tot het ontstaan van een tweede Duisburg. Alleen het geduld en de discipline van de stoïcijnse Britten zorgden ervoor dat het probleem zich vanzelf oploste.

En ach, daardoor had je tenminste de tijd om eens goed naar de mensen te kijken, in plaats van dat ze snel langs je heen stapten. Het was vooral weer een genoegen om te zien wat voor werk de dames van hun outfits hadden gemaakt, met name op Ladies Day, zoals de zaterdag ook wel wordt genoemd. Vanwege de hogere leeftijd van de gemiddelde coureur, eigenaar en überhaupt elke liefhebber van klassieke raceauto’s hadden we weliswaar met regelmaat de ervaring van ‘van achteren lyceum, van voren museum’, maar ook dan bleef het opmerkelijk om te zien hoeveel jonger en frisser de retro-mode elke dame juist maakte. Zelfs als ze nog maar 18 waren.

Geen ‘race’, wel een topconcert

Jong en fris waren de Mercedessen en Auto Unions zeker niet meer, die aantraden voor het spektakel waarnaar met het grootste verlangen was uitgekeken: de Silberpfeile die op racesnelheid een ‘wedstrijd’ zouden nabootsen met hun Italiaanse, Britse en Franse rivalen uit die tijd. Zo was het althans in januari met veel tromgeroffel aangekondigd. Iedereen die er nu nog over dacht om een jaartje over te slaan, boekte meteen zijn tickets. Hier moest je bij zijn! Zo onwaarschijnlijk was ’t namelijk zeker. Niet één Mercedes, maar veel Mercedessen, veel Auto Unions, ook nog tegelijk met elkaar op de baan in plaats van elk merk afzonderlijk. En dan die twee magische woorden: ‘op racesnelheid’. Hoe hadden ze ’t op Goodwood voor elkaar gekregen? Het leek onmogelijk, maar we moesten het toegeven: áls iemand Mercedes en Audi zo ver had kunnen krijgen, dan was het wel Lord March. Misschien zou het toch allemaal waar zijn.

Negen maanden lang verkneukelde elke liefhebber van het Gouden Tijdperk van Mercedes en Auto Union zich op het vooruitzicht: de daadwerkelijke enscenering van een Grand Prix uit de jaren dertig. Het kwam slechts gedeeltelijk uit. Ja, er waren tien Silberpfeile, vijf van elk merk, wat op zichzelf nog nooit was vertoond. Ze stonden opgesteld in het schitterend nagebouwde paddock van Bremgarten, zoals dat er tijdens de Zwitserse GP van 1939 uitzag.

Maar een ‘wedstrijd’? Op ‘racesnelheid’? Nee. En dus werd het een teleurstelling voor iedereen bij wie te grote verwachtingen waren gewekt. Had de organisatie te veel beloofd? Of durfden Mercedes en Audi uiteindelijk toch niet? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. En wat maakt het ook uit? Nadat we de tegenvaller hadden verwerkt, zetten we de knop om en verheugden we ons over die prachtige verzameling zilverpijlen en het concert van al hun uiteenlopende motor- en compressorgeluiden, dat we nog nooit zo met eigen oren hadden gehoord. Een ware weldaad.

Dan Gurney for President

Boven verwachting waren sowieso de hommages aan de Ferrari 250 GTO en de Amerikaanse levende racelegende Dan Gurney. Zo veel GTO’s bij elkaar – naar verluidt allemaal origineel – die er dan ook nog een pittig gangetje in zetten? Heerlijk. Dat was pas een ‘parade’! Hetzelfde gold voor de uiterst gevarieerde collectie aan auto’s die een connectie hadden met Dan Gurney, de Amerikaan die in de VS én in Europa actief was, eerst als coureur, daarna als teambaas en constructeur, en overal met groot succes. F1, Indycars, CanAm, NASCAR, GT’s – ze kwamen allemaal voorbij.

Niet voor niets organiseerde Car and Driver Magazine in 1964 ten tijde van de presidentsverkiezingen een tegencampagne, zat als de redactie was van alle politieke beloften die ongetwijfeld nooit zouden worden nagekomen. Maar als er nu eens een coureur president zou zijn, nee, dan zou je pas wat zien! En dus schoof Car and Driver Gurney naar voren, ‘Dan The Man’, de ‘All American Racer’, met zijn welbespraaktheid, zijn filmsterrenuiterlijk en zijn niet-lullen-maar-poetsen-mentaliteit. ‘Dan Gurney for President!’ Om Gurney te eren, haalde de Revival-organisatie die campagne weer uit de kast. Het hele weekend liepen er jongens en meisjes te ‘canvassen’.

Gurney was er zichtbaar verlegen mee. De inmiddels 81-jarige Amerikaans mag zijn jongensachtige voorkomen hebben verloren, zijn grootmoedigheid heeft hij altijd behouden. Uiteindelijk accepteerde hij schoorvoetend dat het publiek hem massaal uitriep tot president – in ieder geval van het weekend. Hoewel, misschien wel langer, want nog steeds rijden er in Amerika mensen rond met een ‘Gurney for President’-bumpersticker. Die op Goodwood uiteraard ook te koop waren, voor het goede doel.

Een vroeger dat nooit heeft bestaan

Toch blijft het mooiste bijverschijnsel het gesleutel aan de auto’s zelf. Het rondslingerende gereedschap, de thermoskannen koffie, de vermoeide vegen op de overalls en in de ogen, het op het gehoor afstellen van de motor – het heeft op menigeen sowieso een melancholische uitwerking. Maar op Goodwood krijgt het allemaal een extra laagje. Juist omdat het verleden zo tastbaar in beeld wordt gebracht, voel je dat het tijden zijn die nooit meer terugkomen.

Lijdt iedere Revivalganger dan aan escapisme? Vluchten we op Goodwood allemaal voor de harde werkelijkheid? Ongetwijfeld, want vroeger was ook niet alles beter. Het verschil: het vroeger van de Revival is een utopie, een idealisering van een wereld die nooit is geweest. Tijdens die drie dagen Revival – of eigenlijk dus drie-en-een-halve dag – is het vroeger dat nooit heeft bestaan in ieder geval eventjes héél veel beter. En vormt daarmee hopelijk de inspiratie voor het creëren van een toekomst die wel degelijk gaat bestaan.

Oorspronkelijk verschenen op Driving-fun.com.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.