En hij ligt alweer in de winkel – of beter nog, op je deurmat: Octane 005, het vijfde nummer van de Nederlandse editie van Octane. En ik moet zeggen, ik heb vrij veel gedaan voor dit nummer.
Mijn grootste bijdrage is een tien pagina’s lang verslag van Parijs-Madrid, de vooroorlogse klassiekerrally waaraan ik met fotograaf (en navigator) Bruno De Regge heb deelgenomen. Het is een persoonlijk relaas geworden van een reis met hoogtepunten en helaas ook dieptepunten, afgezet tegen de heroïsche en tragische gebeurtenissen van de oorspronkelijke Parijs-Madrid uit 1903.
Voor een verhaal over de racende Austin A35 van de nieuwe Nederlandse eigenaar Jan Willem van Es toog ik naar Londen, naar de werkplaats van preparateur Rae Davis. Toen de auto eenmaal in Nederland was, lieten we hem nog eens uit op de Veluwe. Het artikel onthult waarom dit gezinsautootje uit de jaren vijftig zo snel kan zijn en wie in de fifties de geestelijk voorvader van ‘Baby boomer’ en zijn snelle broertjes was.
Een derde groot verhaal in Octane 005 gaat over de verrichtingen van Audi’s uitdager Toyota op de 24 uur van Le Mans. Daar was ik niet alleen voor Autosport.nl, want voor Octane volgde ik samen met fotografen Michiel Mulder en Luuk van Kaathoven vier dagen lang Toyota op de voet.
Ook het interview in Octane 005 is van mijn hand. Met hoofdredacteur Ton Roks en fotograaf Piet Mulder toog ik naar de Betuwe voor een bezoek aan Kees van de Grint, bekend als Bridgestone’s bandenman van Michael Schumacher, maar ook (en nu opnieuw) als de peetvader van het Nederlandse karten.
Dan nog een korter verhaal over de Dunlop Racing, de legendarische raceband uit de jaren zestig, met een profiel dat nog steeds tot de verbeelding spreekt. Waarom is de band nu nog steeds de standaardband voor het historische racen en hoe was hij vroeger om op te rijden?
Zoals gebruikelijk coördineerde ik de rubriek Finishvlag over de historische autosport. Daarin een verslag van de Le Mans Legend (ik was er toch) en samenvattingen van de andere historische race-evenementen van de voorbije twee maanden.
Verder vertaalde ik weer een paar columns en rubrieken, waaronder de column van Jay Leno en de rubriek ‘Niet vergeten’ over Felix Wankel.