In de Volkskrant stond afgelopen week een brief over de eigenlijk helemaal niet zo opmerkelijke start van de F1-carrière van Max Verstappen – althans, volgens de briefschrijver. Die voerde daar allerlei statistische bewijzen voor aan. Hier mijn antwoord dat de krant (iets ingekort) vanochtend publiceerde:
Er zijn leugens, grove leugens en statistieken. Daarom is het wonderlijk dat Cor van der Meij in zijn brief over de euforie rondom Max Verstappen (Opinie & Debat, 29 november) de statistiek naar voren schuift als ‘meest betrouwbare graadmeter’ om coureurs onderling te vergelijken. Het is juist de minst betrouwbare graadmeter van talent, zeker als je cijfers in je voordeel manipuleert. Dat illustreert hij heel fraai met zijn eigen ‘bewijsvoering’.
Zo vergelijkt Van der Meij de eerste twee seizoenen van Verstappen met de volledige carrières van de wereldkampioenen uit de sport en haalt hij het fabelachtige eerste seizoen van Jacques Villeneuve aan, zonder te vermelden dat die meteen voor het beste team mocht debuteren. Maken die vier zeges in het debuutjaar van Villeneuve – 11 overwinningen zelfs als we diens tweede seizoen meetellen – hem een betere coureur dan Senna (twee overwinningen in de eerste twee jaar) en Schumacher (ook één, net als Verstappen)? Kijk dan ook naar de vervolgcarrière van Villeneuve, die in de negen seizoenen daarna nooit meer iets won, ook omdat hij toen in mindere auto’s reed – net als Verstappen in zijn eerste jaar en eigenlijk ook dit jaar, gezien de oppermacht van het Mercedes-team.
Natuurlijk heeft Verstappen nog een lange weg te gaan. Niemand weet zeker of hij hetzelfde aantal overwinningen en wereldtitels in de wacht gaat slepen als de groten uit de Formule 1-geschiedenis. Maar vertrouw daarbij niet op statistieken. Je kunt beter je ogen gebruiken en afgaan op het oordeel van Verstappens (ex-)collega’s. Dan is de euforie meer dan terecht. En dat staat nog los van het feit dat sommige van die groten – zoals Jacques’ vader Gilles Villeneuve – hun talent nooit in klinkende resultaten hebben kunnen omzetten, maar desondanks met brede instemming in dezelfde adem worden genoemd.