De mailing met de nieuwjaarswens aan alle zakelijke contacten is meestal een hosanna-verhaal met een tevreden terugblik en volop goede voornemens voor het nieuwe jaar. Zo stuurde ik ze de afgelopen jaren ook. De inhoud daarvan was ongelogen, want elk jaar ging het me zakelijk steeds meer voor de wind. Maar wie transparante communicatie hoog in zijn vaandel heeft staan, moet ook eerlijk zijn als het een keer tegenzit.
Deze brief is daarom geen goednieuwsshow. 2016 was voor mij geen onverdeeld leuk jaar. Eind maart werd mijn vader ziek. Dat was het begin van een slepend ziekbed dat tot aan de zomer duurde. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit, elke dag thuis verliep met hangen en wurgen. In augustus ging zijn gezondheid opeens hard achteruit. Halverwege de maand overleed hij, een week na zijn 80e verjaardag. Inmiddels heeft ook mijn moeder het ziekenhuis van binnen gezien.
Ik heb er mijn handen vol aan gehad. Ik ben enig kind en mijn ouders weigerden iedere thuiszorg. Er waren vele weken waarin ik een omzet van 0 euro mocht noteren.
Kortom, het jaar stond bij mij volop in het teken van mantelzorg – dat lelijke woord voor iedereen die gewoon om zijn naasten geeft en daarvoor de handen uit de mouwen wil steken. Móét steken ook, want de maatschappij laat je tegenwoordig geen keus.
Velen van jullie hebben er het nodige van gemerkt. Zo goed en zo kwaad als ik kon probeerde ik mijn klanten te helpen. Soms liet ik een steekje vallen, waar gelukkig veel begrip voor was. Meestal ging het toch nog allemaal goed.
‘The circle of life’ viel ook nog eens samen met ’the circle of business’. Bij enkele van mijn beste klanten vertrokken mijn belangrijkste contactpersonen. Halverwege het jaar zag het er somber voor mij uit: een danig geslonken klantenportefeuille en geen zicht op het einde van de zorg voor mijn ouders.
Totdat een week na de begrafenis van mijn vader de telefoon vijf, zes keer ging – met de ene na de andere nieuwe klant aan de lijn. Of eigenlijk: oude klanten bij nieuwe organisaties. Van sommigen had ik net een paar maanden afscheid genomen, anderen belden na meer dan tien jaar weer op. Ik ben blij dat mijn netwerk zo veerkrachtig blijkt.
Ik zette mijn tanden op elkaar en begon aan een eindsprint – tussen de zorg voor mijn moeder en het afwikkelen van de nalatenschap door. Ik mocht aan een stel inspirerende klussen werken. Ook de autosportevenementen die ik nog wél bezocht, gaven volop energie. Daardoor hield ik het vol.
Als ik nu naar mijn cijfers van 2016 kijk, zou je niet zeggen dat het zo’n emotioneel rampjaar was. Valt het dan eigenlijk wel mee? Dat ook weer niet.
Noodgedwongen zette ik een streep door vele autosportweekenden op het circuit, waardoor met name mijn GP2- en GP3-verslaggeving onder de maat bleef. En al begroette ik Formule 1 als nieuwe titel voor een mooie reeks over historische F1-auto’s, ik kon minder doen voor Octane dan me lief was. Bovendien moest ik alle plannen met het Platform voor Duurzaam Communiceren in de ijskast zetten. Dat waren een paar grote teleurstellingen.
Toch kom ik boven, hoezeer ik in 2016 ook heb geworsteld. Ik hoef maar te kijken naar sommige generatiegenoten in mijn netwerk: ik was het afgelopen jaar bepaald niet de enige die tussen de bedrijven door als mantelzorger in touw was. Ook zij lieten zich niet kisten. Ik heb ze nooit horen klagen, terwijl daar vaak alle reden toe was.
Maar leuk is anders. Ik wens iedereen daarom een gelukkig en zorgeloos 2017 toe. En als het eens niet meezit, hoop ik dat je wordt omringd door mensen die dat allemaal niet erg vinden en even een arm om je heen slaan. Ik weet nu meer dan ooit hoe waardevol dat is.
Het allerbeste!